Het Kempisch Kanaal

ontmoeting met een onbekende

Op verzoek van zijn baasje ligt de herdershond rustig te wachten in het gras. Het paadje waarop ik loop is zo smal dat je elkaar niet kan passeren zonder in het hoge gras terecht te komen.

De hond ziet er zo goed verzorgd en gezond uit dat ik een complimentje maak aan zijn baasje Frank die dit hartelijk in ontvangst neemt. Hij vraagt waar ik naar op weg ben, met mijn overduidelijke Nederlandse tongval blijf je niet onopgemerkt in België. Nadat ik hem verteld heb dat ik onderweg ben naar Antwerpen, vanaf Sint-Job-in-’t-Goor, langs het Kempisch Kanaal, raken we al snel verwikkeld in een gesprek over wandelen, huisdieren en genieten van wat de dag je brengt. Om het uiteindelijk te hebben over hoe je eigen kinderen, of kleinkinderen, je een stukje geluk kunnen brengen.

Frank; “Wanneer ze rennend op je afkomen, met open armen, en je daarna innig omhelzen is een ultiem moment van geluk!” Aan deze uitspraak heb ik weinig toe te voegen.

Frank is een gepensioneerd chemicus die zijn leven lang hard gewerkt heeft, 7 dagen op 2 dagen af, en nu geniet van alles wat het leven hem te bieden heeft, waarbij het gezin hier een belangrijk onderdeel van is.

Er passeert ons een jonge dame die haar ogen afwendt bij het maken van oogcontact, wat wij beiden proberen te krijgen met haar. We hebben het hierna nog over: hoe je contact zoekt met een onbekende en wanneer het welkom is of niet.

De hond begint zo onderhand erg onrustig te worden, zijn wandeling moet voortgezet gaan worden. We geven elkaar nog een hand en stellen ons voor. Uit mijn rugzak haal ik een speldje om het aan hem te overhandigen.

We gaan beiden onze eigen weg weer.

Thijs